200 jaar geleden , van 1806 tot 1810, regeerde er een Franse koning over Nederland – koning Lodewijk Napoleon Bonaparte. Bij de Nederlandse bevolking was hij geliefd, omdat hij zich oprecht interesseerde voor mens en natuur.
Daarom werd hij op een gegeven moment uitgenodigd door de landdrost van Drenthe, die de belangstelling van de vorst op wilde wekken voor de hunebedden in zijn gebied.
Vergezeld door het koninklijk gevolg gingen ze verschillende hunebedden langs. De koning was zeer gecharmeerd. Toen de koning D45, het grote hunebed in de Emmerdennen, in het oog kreeg, werd hij zo enthousiast – en baldadig – dat hij zijn paard de sporen gaf, een aanloop nam, en bovenop de grote deksteen sprong! Onder grote hilariteit nam hij het applaus van zijn gevolg in ontvangst.
De drost wist dat hij geslaagd was in zijn opzet: hij had een zeer invloedrijk medestander gevonden!
De broer van koning Lodewijk – de befaamde Napoleon Bonaparte zelf – reisde ook veel te paard, o.a. door Duitsland. Toen ze omstreeks 1812 door het bos bij Varnhorn reden, brak echter de as van een wagenwiel af. Omdat het al laat in de avond was, moest er zo vlug mogelijk een overnachtingsplek gevonden worden. Die vonden ze in een pas gebouwde schaapsstal, waar de keizer toen overnachtte.
Hieronder de stal zoals hij er nu uitziet.
Jammer voor Napoleon dat hij de weg niet kende, want op maar 3 kilometer afstand ligt – al meer dan 700 jaar – het grote en luxe landgoed van Engelmansbäke. Daar hadden ze een keizer vast graag onderdak gegeven!